Leren van een calamiteit in het sociaal domein

Een calamiteit, zoals de gewelddadige dood van een kind, levert in een gemeente veel vragen op. De gemeenteraad en media stellen vragen aan de betrokken wethouder. Ook burgers willen duidelijkheid. De vragen die na zo’n ernstige gebeurtenis opkomen, leiden vaak tot onderzoek en evaluatie. De handreiking ‘Leren van een calamiteit in het sociaal domein’ helpt gemeenten bij het evalueren van een ernstig incident.

Waar lopen gemeenten tegenaan? Wat zijn de stappen in het evaluatieproces? Wie betrek je? En waar begin je als gemeente bij het onderzoeken van een calamiteit? Dit zijn de vragen die aan de orde komen in de handreiking. De handreiking is mede op basis van recente ervaringen van drie gemeenten met het evalueren van een calamiteit tot stand is gekomen.

De handreiking is bedoeld voor gemeenten om een evaluatie zo goed mogelijk uit te voeren. Centraal staan daarbij de organisaties in het sociaal domein die betrokken zijn bij een incident. Het sociaal domein is alles waarmee mensen in het dagelijks leven te maken hebben, zoals zorg, welzijn, werk, onderwijs en gezondheidszorg.

Waarom evalueren? Bij een calamiteit is er iets dramatisch fout gegaan. Gemeenten willen dan het vertrouwen van hun inwoners terugwinnen. De insteek van een evaluatie is om er gezamenlijk van te leren.  Zo kunnen alle betrokken partijen in een gemeente het in het vervolg beter doen. Er zijn vele vormen van toezicht in het sociaal domein. Als die beter op elkaar aansluiten, wordt de hulp beter.

Het Verwey-Jonker instituut schreef de publicatie in opdracht van het traject vernieuwing integraal toezicht in het sociaal domein, dat een gezamenlijk traject is van Toezicht Sociaal Domein en het Netwerk Directeuren Sociaal Domein (gemeenten). Dit valt onder het Programma Sociaal Domein.

De handreiking is te vinden op deze website: Programma Sociaal Domein/Leren van Calamiteiten.