Zorg en ondersteuning aan mensen met verward of onbegrepen gedrag
Er zijn betere landelijke randvoorwaarden nodig voor de zorg en ondersteuning aan mensen met verward of onbegrepen gedrag. Professionals en naasten lopen al jaren aan tegen verschillende problemen.
De oorzaak van de problemen ligt vooral in het systeem, dat versnipperd en erg ingewikkeld is. Het systeem maakt het moeilijk om goed samen te werken. Hulpverleners, naasten, buurtbewoners en de mensen met verward of onbegrepen gedrag zelf, voelen zich machteloos.
Lees hieronder de ervaringen van een professional, naaste, buurtbewoner en cliënt.
‘Ik ben een dag terug van verlof en krijg gelijk weer een casus op mijn bureau van een cliënt met verward en gevaarlijk gedrag. Uit nood om een plek te hebben heeft zij een strafbaar feit gepleegd. Iedereen is nu in rep en roer omdat ze naar de raadkamer moet. De rechter kijkt dan of ze vastgehouden blijft.
Men is bang dat ze op straat komt te staan, met alle risico’s van dien. Ze dreigde zelf al met “een tweede Turfmarkt”. Bij dat incident in 2023 in Den Haag werd een medewerkster van een supermarkt doodgestoken.
De familie heeft al aangegeven de media te willen inschakelen. We hebben allerlei zorgpartijen benaderd, maar iedereen weigert of heeft een lange wachtlijst. Zo triest.’
– Professional Zorg- en Veiligheidshuis
‘In de periode dat ik naar structurele hulp zocht ging het steeds slechter met mijn zoon. Financiële problemen zorgden ervoor dat hij zich niet meer kon onderhouden in zijn basisbehoeftes. Dit was voor mij heel lastig om te aanschouwen.
In contact komen met hem zorgde voor een onveilige situatie. Het was vaker verstandiger om afstand te houden. De ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving waarbij incidenten plaatsvonden met een dodelijke afloop, gaven mij een extra onveilig gevoel, omdat mijn angst werkelijkheid werd bij een ander.
Door zijn psychische kwetsbaarheid vormde mijn zoon een gevaar voor zichzelf en voor omwonenden. De politie moest ingrijpen waarna hij werd opgepakt. Voor hem was de gehele situatie onnavolgbaar en onbegrijpelijk.
Het feit dat mijn zoon nu vastzit betekent voor mij niet een stop op de angstgevoelens. Want niemand kan voorspellen wat hij gaat doen bij vrijlating. Door zijn kwetsbare positie is de kans aannemelijk dat hij verder in de problemen komt en adequate hulp nog moeilijker wordt om te vinden.
Ik zie het als een opeenstapeling van gefaalde hulp voor mijn zoon, waardoor het haast moest escaleren, terwijl de juiste (gedwongen) hulp uitblijft. Hierdoor voel ik mij nog steeds in de steek gelaten door het systeem en alle zorgprofessionals.’
- Moeder van zoon met verward of onbegrepen gedrag
‘Mijn buurman veroorzaakte al jaren veel overlast. Hij was psychosegevoelig en wilde daarvoor geen medicatie gebruiken. Op een gegeven moment ben ik gaan onderzoeken hoe ik, maar ook de buurt, iets aan de overlast kon doen. Gesprekken met mijn buurman, die in het begin nog wel hielpen, hadden nu geen enkele zin meer.
De noodhulp van de politie gaf aan dat zij niet bij machte waren het patroon te doorbreken. En dat zij niet echt konden doorpakken op dat moment.
Ik heb ook gebeld met het Meldpunt Zorgwekkend Gedrag. Er was naar hun idee weinig urgentie. De buurman was geen gevaar voor zichzelf en voor anderen, vonden zij. Als buurtgenoten dachten wij daar anders over.
Vervolgens heb ik contact gezocht met een van de wijkagenten. Deze reageerde empathisch en gaf aan de casus in zijn netwerk te bespreken.
Maar de inspanning van de wijkagent leidde niet tot een interventie vanuit het zorgnetwerk van de gemeente. De wijkagenten vroegen de buurt om foto’s en filmpjes te maken. Deze werden door de wijkagenten gebruikt in de netwerkoverleggen.
De gemeente stelde mediation voor. Volgens de gemeente was het gedrag van de buurman goed te verklaren, hij gedroeg zich zo omdat de buurtbewoners steeds meldingen over hem deden. Dit voorstel viel niet goed bij ons als bewoners en ook niet bij de politie. We hadden het gevoel dat de gemeente ons had laten vallen.’
- Buurtbewoner
‘Ik dacht wel: ooit ga ik mijn diploma halen, trouwen, enzovoorts. Toen het diploma niet lukte en de verslaving me in de weg zat had ik het eigenlijk opgegeven.
Ik ben erg geschrokken van mijn laatste psychose. Ik had een delict gepleegd. Later werd ik bewusteloos op straat gevonden. Ik snapte niet dat ik het had gedaan, wel dat het met middelengebruik te maken had. Er kwam een sterk gevoel over me heen dat ik geen drugs meer wilde gebruiken.
Eigenlijk is dat de eerste stap geweest: ik wil naar de reclassering en ik wil hulp. Nadat ik werd opgepakt heb ik nog 2 à 3 maanden vreemde gedachten gehad. Het ging daarna geestelijk steeds beter, en ik werd overgeplaatst naar een forensische kliniek. Ik was nog steeds van plan om clean te blijven maar wel om terug te gaan de criminaliteit in.
Toen kwam ik twee ervaringsdeskundigen tegen. Zij hadden net als ik van alles meegemaakt en hadden toch nu alles op orde. Dit was wat ik ook wilde.
De belangrijkste boodschap die ik wil meegeven? Gelijkwaardigheid is belangrijk. Een hulpverlener vergeet wel eens dat dit iets is wat iedereen kan overkomen. Praat van mens tot mens. Er zou minder gefocust moeten worden op diagnoses en meer op wat iemand wél kan en wil.’
– Cliënt
De belangrijkste problemen
De problemen die professionals en andere betrokkenen ervaren zitten in het samenspel tussen het sociaal domein, de buurt, zorg, veiligheid en de woonomgeving. De belangrijkste problemen hebben te maken met:
Professionals wisselen binnen en tussen organisaties te weinig relevante informatie uit en niet altijd op het juiste moment. Naasten en de buurt worden te weinig betrokken.
Professionals van verschillende sectoren werken lang niet altijd (langdurig) samen. Vaak ontbreekt het aan duidelijke regievoering en mandaat of doorzettingsmacht.
De wet- en regelgeving is te versnipperd en te ingewikkeld om op tijd in te grijpen.
Mensen hebben te maken met steeds wisselende gezichten. Bij overplaatsingen is de overdracht onvoldoende.
Er is nog steeds een groot gebrek aan passende woon- en behandelplekken. Er is te weinig aanbod en te weinig doorstroom.
Waarom er nog geen duurzame oplossing is
Professionals en naasten zetten zich elke dag in voor mensen met verward of onbegrepen gedrag. Zij hebben het gevoel vast te zitten in het systeem. Organisaties ervaren dat ze de problemen niet zelf kunnen oplossen. Dit zijn daarvoor de belangrijkste oorzaken:
Regelgeving en procedures zijn versnipperd en nauwelijks flexibel. Als mensen geen zorg willen of geen hulpvraag hebben, zijn er te weinig mogelijkheden om bemoeizorg te organiseren. Of in te grijpen om te voorkomen dat situaties uit de hand lopen. De overgang tussen verschillende soorten hulp is groot. En gemeentelijke verschillen in beleid maken het extra ingewikkeld.
Er is een tekort aan personeel. De werkdruk is hoog. Sommige organisaties hebben geen mogelijkheid meer om bepaalde verantwoordelijkheden en kosten op zich te nemen. Ook van individuele professionals vraagt het veel om in dit ingewikkelde systeem goed samen te werken.
In buurten is soms weerstand, bijvoorbeeld tegen Skaeve Huse (kleinschalig intensief begeleid wonen). Er zijn geen wettelijke mogelijkheden om te zorgen voor voldoende passende woon- of verblijfplekken of voor de spreiding daarvan. Er is niet altijd voldoende aandacht voor nazorg of signalen van de buurt. Terwijl organisaties juist mede afhankelijk zijn van de informatie van buurtbewoners en naasten om passende hulp en ondersteuning te bieden.
Betere landelijke randvoorwaarden nodig
Er is geen tijd meer voor langlopende agenda’s en pilots. Er is een grote behoefte aan betere landelijke randvoorwaarden.
De inspecties roepen de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de andere betrokken bewindspersonen op om deze randvoorwaarden te creëren. Zodat professionals daadkrachtiger kunnen handelen, organisaties effectiever kunnen samenwerken en naasten en buurtbewoners beter betrokken worden en veilig kunnen leven.
Zorg voor simpele en heldere regelgeving. Regel meer bemoeizorg, meer mogelijkheden om in te grijpen en een betere overbrugging tussen fasen. Faciliteer informatie-uitwisseling, waaronder die met naasten en omwonenden.
Zorg voor betere financiële randvoorwaarden.
Zorg voor meer woon- en behandelplekken.
De volgende aanbevelingen zijn voor organisaties en regionale samenwerkingsverbanden in de zorg en ondersteuning aan mensen met verward of onbegrepen gedrag:
Realiseer betere integrale samenwerking en regievoering.
Werk aan cohesie en acceptatie in de wijk.
Download het rapport
In het rapport Klem in het systeem. Complexiteit stelsel belemmert effectieve samenwerking in de zorg en ondersteuning aan mensen met verward of onbegrepen gedrag staat een toelichting op de problemen en wat er nodig is om duurzame oplossingen te realiseren.
Verschillende inspecties deden al vaker onderzoek naar aanleiding van ernstige incidenten waarbij mensen met verward of onbegrepen gedrag betrokken waren. Verdachten waren vaak onder behandeling in de geestelijke gezondheidszorg en/of kregen ondersteuning vanuit hun gemeente. Daarnaast hadden zij soms een justitiële achtergrond.
De dood van het 11-jarige meisje in Nieuwegein in februari 2025 vormde de aanleiding om de eerdere onderzoeken gezamenlijk tegen het licht te houden. Voor dit onderzoek heeft Toezicht Sociaal Domein (TSD) samen met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid 12 ingrijpende incidentonderzoeken geanalyseerd. Daarnaast zijn meer dan 20 betrokkenen geïnterviewd, zoals brancheorganisaties, de Vereniging Nederlandse Gemeenten, de politie. Ook is er gesproken met naasten en buurtbewoners.
Eind 2026 bekijkt TSD of er verbeteringen zijn doorgevoerd om de mogelijkheden voor hulpverleners te vergroten. En daarmee bijgedragen hebben aan goede zorg en meer veiligheid in de buurt.